De Noorse boskat - de kat die uit de wildernis kwam!

In sprookjes en liedjes wordt al eeuwenlang verteld over bos-, feeën- en trollenkatten. Hun oorspronkelijke type is waarschijnlijk ontstaan uit kortharige katten die vanuit Midden-Europa naar de noordelijke regio’s migreerden. We weten het niet precies. In ieder geval droeg het barre klimaat in Scandinavië ertoe bij dat de haren van deze katten door evolutie langer en dikker werden. Toen de Noorse boskat steeds vaker werd gekruist met kortharige huiskatten, begonnen sommige Noorse fokkers in de jaren dertig hun genen te redden. De eerste boskat verscheen voor de Tweede Wereldoorlog op een show. Het eerste mannetje werd in 1977 erkend door de internationale rasvereniging FIFe. Zijn foto was zelfs te zien op het Noorse televisienieuws. Overigens zwerven sommige raskatten nog steeds vrij en onafhankelijk van mensen rond in de Noorse bossen. De Noorse boskat lijkt qua uiterlijk erg op de Europese wilde kat.

Een opvallend kenmerk van de Noorse boskat zijn haar oren, met kleine plukjes haar die uit de punten steken. Deze elegante schoonheid uit het hoge noorden draagt aan de voorkant ook een overhemd, een kraag en een broekje. Deze termen beschrijven de weelderige vacht die de hals, borst en achterpoten van Noorse boskatten sieren in de winter. Op deze plekken is de zachte, dichte ondervacht bijzonder weelderig in het koude seizoen en bedekt met lange, enigszins vette dekharen. Deze beschermen de kat tegen nattigheid. Deze schone Noorse is verder fysiek perfect aangepast aan het leven in de koude bossen van haar thuisland: haar achterpoten zijn iets langer dan de voorpoten. Dit geeft de katten veel springvermogen, waardoor ze uitstekende jagers zijn. In de winter helpen de brede poten haar het gewicht beter verdelen over sneeuw.

Het aantal kleuren en patronen dat volgens de foknormen is toegestaan voor de Noorse boskat is erg groot: alleen de kleurvarianten Chocolate, Cinnamon, Lilac en Fawn worden niet herkend.

Ondanks hun wilde katachtige uiterlijk staan de dieren bekend om hun zachte en aanhankelijke karakter. Het zijn echte knuffeltijgers die veel aandacht en aaien vragen van hun baasje. Je moet ook genoeg tijd plannen om te spelen. Met hun vriendelijke houding en sterke karakter zijn de Noorse boskatten goede huisgenoten. Ze worden als erg sociaal beschouwd en daarom wordt het over het algemeen niet aanbevolen om ze alleen te houden.

De Noorse boskat klimt, springt en heeft een sterke bewegingsdrang. Vanwege haar grootte wordt het niet echt aangeraden om deze spierbundels alleen binnenshuis te houden, tenzij je thuis voldoende ruimte kunt bieden aan de kat. Krabpalen en klimmogelijkheden moeten dan ook stabiel zijn. De verzorging tijdens de vachtwisseling in de lente stelt speciale vereisten: gedurende deze tijd verliest de kat haar hele ondervacht. Je moet je huistijger dus regelmatig borstelen. Verder is de Noorse boskat gemakkelijk te verzorgen en ongecompliceerd. Hun levensverwachting is gemiddeld ongeveer 15 jaar. Je hebt dus veel tijd voor elkaar.