Zomerse verfrissing voor zangvogels
28.06.2023 - Leestijd: 4 minuten

Met het juiste voedsel kun je nu wilde vogels effectief ondersteunen bij het grootbrengen van hun jongen. Als bonus mag je ze observeren tijdens het eten en baden!
Eiwitrijke insecten en fijne zaden
De zomer biedt wilde vogels veel voedsel: sappige bessen, rijpe zaden, insecten en insectenlarven. Die laatste leveren belangrijke eiwitten en calcium. Die stoffen zijn vooral belangrijk voor de altijd hongerige jonge vogels. Sommige vogelsoorten hebben nu al hun tweede of derde broedsel van het jaar, terwijl bij andere soorten de jongen al zijn uitgevlogen maar nog altijd door de ouders worden verzorgd. Helaas zijn de belangrijke insecten in de natuur niet meer zo talrijk als vroeger. Daarom moeten de ouderdieren vaak grotere afstanden afleggen om voldoende voedsel te verzamelen. Je kunt ze helpen door bij te voeren in je tuin of op je balkon. Het beste is om je te richten op wat de natuur in de zomer te bieden heeft – insecten dus
en fijne zaden. In dierenspeciaalzaken kun je verse en gedroogde meelwormen, krekels, sprinkhanen en rupsen evenals insectenmengsels krijgen. Ook hennepzaad en wilde zaden zijn geschikt voedsel voor veel vogelsoorten. Let er echter op dat je alleen ambrosiavrije mengsels koopt. Het stuifmeel van die Noord-Amerikaanse plant kan immers allergieën veroorzaken en via besmet voer in de inheemse flora en tuinen terechtkomen. Met zomervoeding zorg je er vooral voor dat de ouderdieren op krachten blijven. Omdat er ook een kans bestaat dat het door jou aangeboden voedsel in het bekje van jonge vogels terechtkomt, kun je beter geen noten of notenbrokken voeren.
Tweemaal daags voeren
Hoe gevarieerder het aanbod, hoe kleurrijker de vogels in je tuin of op je balkon. Let op de samenstelling van voedermengsels. Bij erg goedkope mengsels is het aandeel tarwekorrels vaak erg hoog. De meeste vogels eten deze echter pas wanneer de andere voeding op is. Ze gooien de korrels uit de voederhuisjes, waardoor ze in grote hoeveelheden op je balkon of in je tuin terechtkomen, wat kleine knaagdieren zoals ratten en muizen kan aantrekken. Voer je gevederde bezoekers best twee keer per dag: ‘s ochtends om de energiereserves aan te vullen en in de late namiddag om goed door de komende nacht te komen.
Veilige aanvliegroute
Zangvogels zijn potentiële prooidieren voor roofvogels, katten, marters of vossen. Het is dus belangrijk dat de voederplaats zo veilig mogelijk is. Dit geldt des te meer omdat ouderdieren hun oudere nakomelingen vaak meenemen naar de voederplaats.
De “groentjes” zijn echter nog onervaren en vallen zo gemakkelijk ten prooi. Vogels moeten een goed uitzicht hebben tijdens het eten, zodat roofdieren niet onopgemerkt kunnen naderen. Tegelijk moet er in de buurt een boom of iets dergelijks zijn die hen een veilige aanvliegroute naar de voederplaats biedt. Voederkolommen of voedersilo’s om op te hangen zijn praktisch en hygiënisch. De vogels kunnen zo niet door het voer lopen en het met uitwerpselen bevuilen.
Dit kan immers ziekten overdragen. Bovendien blijft het vogelvoer beschermd tegen vocht en stroomt het netjes naar beneden. Als je vetbollen voert, zorg er dan voor dat je alleen die zonder net gebruikt: vogels kunnen verstrikt raken in de netten en jammerlijk sterven, en de netten veroorzaken ook plastic afval.
Dagelijks een fris bad
De zomers zijn vaak heet en droog, en vogels lijden niet zelden onder het gebrek aan water. Drinkgelegenheden zijn daarom de absolute zomerhit! Je plaatst ze het beste half in de schaduw, iets verhoogd en goed beschermd tegen roofdieren.
Veel vogels baden er ook graag in. Daarom is het des te belangrijker om de drinkplaatsen elke dag grondig uit te spoelen met heet water en te vullen met vers water, want vooral in de zomer kunnen salmonella, trichomonaden en andere bacteriën en parasieten zich verspreiden die ernstige ziekten en verliezen onder de wilde vogels veroorzaken.
Net zo belangrijk: een schone voederplaats
Om te voorkomen dat voederplaatsen broedplaatsen voor ziekten worden, is nauwgezette hygiëne belangrijk. Gebruik meerdere voeder- en drinkplaatsen afwisselend – zo krijgen ziektekiemen niet de kans om zich permanent te vestigen. Omdat het voer bij hoge temperaturen sneller bederft, mag je altijd slechts kleine porties aanbieden. Reinig je voederstation met heet water elke keer dat je voer bijvult. Zeep of reinigingsmiddelen moet je vermijden – ze kunnen schadelijk zijn voor de dieren. Als je zieke of dode vogels opmerkt in de buurt van je voeder- of drinkplaatsen, helpen hygiënemaatregelen niet meer. Dan moet je de verzorging voor meerdere weken onmiddellijk stopzetten om verdere verspreiding van de ziekteverwekkers te voorkomen.