• Winkels
  • Mijn bestellingen
  • Winkelmandje

Zijn er verplichte inentingen voor honden?

16.05.2024 - Leestijd: 5 minuten

Hund wird geimpft

Je houdt van je hond en wilt hem natuurlijk tegen alle hondenziekten beschermen. Dat is begrijpelijk, maar diergeneeskunde kan (nog) niet voor alle ziekten de optimale oplossing bieden. Vaccinatie is een middel om je hond te beschermen tegen enkele van de gevaarlijkste en dodelijkste hondenziekten. Tegelijkertijd is er nauwelijks een ander aspect van hondengezondheid waar meningen zo over verschillen. Lees meer over vaccinaties voor honden, de kosten en de achtergrond. Lees hier welke vaccinaties aanbevolen of nodig zijn om je hond te beschermen tegen gevaarlijke ziekteverwekkers.

Het vaccinatieprincipe: waarom honden vaccineren?

Elke hondeneigenaar wil natuurlijk het allerbeste voor zijn dier. Vaccinaties bieden, afhankelijk van het actieve ingrediënt, een goede tot zeer goede bescherming tegen bacteriële en virale ziekten die anders bij infectie voor honden fataal zouden zijn of ernstige schade zouden veroorzaken.

Dergelijke vaccinaties beschermen het gevaccineerde dier niet alleen tegen infecties. Ze helpen ook om de ziekteverwekkers uit te roeien of in ieder geval terug te dringen. Als de ziekteverwekkers het zonder hun gastheer moet stellen, daalt hun populatie automatisch.

Wie beslist over vaccinaties en hun frequentie?

Er zijn verenigingen van gerenommeerde dierenartsen en immunologen die in ons land en de rest van de wereld actief zijn en regelmatig nieuwe wetenschappelijke bevindingen samenvatten in vaccinatieadviezen. Daar behoort de World Small Animal Veterinary Association, afgekort WSAVA, toe en in Duitsland de Permanente Vaccinatiecommissie voor Diergeneeskunde in de Vereniging van praktiserende dierenartsen (Bundesverband praktizierender Tierärzte) e. V., afgekort StIKoVet.

Deze organisaties doen aanbevelingen voor de zogenaamde core- en non-corevaccinaties (verplichte en optionele vaccinaties) inclusief vaccinatie-intervallen/vaccinatieschema. De aanbevelingen van de verschillende organisaties komen niet altijd overeen.

De vaccinatierichtlijnen zijn daarom uitsluitend bedoeld als hulpmiddel voor dierenartsen en hondeneigenaars. Volgens de StIKoVet moeten ze niet te strikt worden bekeken.

Core- en non-corecomponenten: je hond vaccineren - ja of nee?

In Nederland is er geen verplichte vaccinatie voor honden. Dit betekent dat de wetgever je de vrijheid geeft om je trouwe viervoeter al dan niet te vaccineren. Nederland is in principe ‘rabiësvrij’, wat betekent dat je in theorie je trouwe viervoeter niet tegen hondsdolheid hoeft te laten vaccineren. Maar zodra je met je hond naar het buitenland reist en terug wilt komen naar Nederland, of je hond een ander dier of persoon bijt, moet je wel een geldige inenting tegen hondsdolheid voor je hond kunnen laten zien. Anders kan het zelfs zo zijn dat ze je trouwe viervoeter moeten laten inslapen.

StIKoVet en WSAVA adviseren dringend vaccinaties van core-componenten, dat wil zeggen essentiële kernvaccinaties. Dit zijn vaccinaties tegen ziekteverwekkers die bijzonder ernstige en vaak dodelijke hondenziekten veroorzaken waarvoor geen of onvoldoende behandelingsmogelijkheden zijn.

Volgens StIKoVet zijn de belangrijkste vaccinaties:

  • Rabiës (T)
  • Hondenziekte (S)
  • Hepatitis Contagiosa Canis (HCC, H)
  • Parvovirus (P)
  • Leptospirose (L)

De vaccinatie tegen leptospirose moet met zoveel mogelijk stammen worden toegediend, omdat er anders geen bescherming is tegen de meest voorkomende Leptospira-pathogenen. Een verklaring over de vaccinatie tegen leptospirose is te vinden op de website van StIKoVet.

De 'niet verplichte' vaccinaties (non-corevaccinaties) omvatten:

  • kennelhoest Parainfluenza (Pi) of ‘kennelhoest’
  • Ziekte van Lyme
  • Babesiose
  • Leishmaniose
  • Bordetella bronchiseptica

Non-corecomponenten zijn vaccinaties die ook gericht zijn op ernstige ziekteverwekkers, die echter regionaal voorkomen. Bovendien bieden sommige vaccins onvoldoende of geen bescherming voor de ziekteverwekkers die in Europa voorkomen (vooral de ziekte van Lyme). Sommige ziekten (parainfluenza) zijn goed te behandelen met antibiotica (bacteriële ziekten). Onvoldoende lange testreeksen (leishmaniose, babesiose) en de soms ernstige bijwerkingen maken sommige vaccinatietoepassingen twijfelachtig. Non-corevaccinaties zijn meestal van zeer korte duur (zes maanden tot een jaar).

Bij combinatievaccinaties dient het volgende te worden overwogen: Hoe meer vaccins er in een enkele vaccinatie zitten, hoe groter de kans op en ernst van mogelijke bijwerkingen bij je hond. Kies de kleinst mogelijke combinatievaccinatie, vooral voor puppy’s en oude honden. De vaccinatie tegen hondsdolheid heeft bijzonder sterke bijwerkingen en op verschillende tijdstippen moet worden gegeven.

Basisvaccinatie en herhalingsvaccinatie: wat betekent dat?

De basisvaccinatie is de opbouw van immuniteit tegen bepaalde pathogenen. Daarna volgen Herhalingsvaccinaties met bepaalde tussenpozen om ervoor te zorgen dat de immuniteit van de hond niet wordt doorbroken.

Een puppy wordt de eerste weken beschermd door antistoffen van zijn moeder, de zogenaamde maternale antistoffen. Elke week zakt het aantal maternale antilichamen op verschillende snelheden afhankelijk van de hond, totdat de pup uiteindelijk geen antilichamen meer heeft. Om deze immunologische kloof te overbruggen, raadt de StIKoVet puppy’s tussen 8 en 16 weken aan om tot vier keer per week te vaccineren, afhankelijk van het vaccin. Deze vaccinaties vinden plaats ‘op verdenking’.

Een volwassen hond, waarvan niet bekend is of hij een primaire immunisatie heeft gekregen toen hij een puppy was, heeft geen volgende primaire immunisatie nodig, aangezien hij zeker geen maternale antilichamen bevat. Hij wordt, afhankelijk van het specifieke vaccin, met een of twee inentingen geïmmuniseerd. Voor de zekerheid kan er een titertest worden uitgevoerd.

Nadat de basisvaccinatie van de pup is voltooid, volgen herhalingsvaccinaties volgens de specificaties van de respectievelijke vaccinfabrikant.

Herhalingsvaccinatie voor hondsdolheid, hondenziekte, HCC en parvovirus: elke drie jaar volgens de huidige kennis of volgens de vaccinatiespecificaties van de vaccinfabrikant. Leptospirose: jaarlijks of halfjaarlijks.

De vuistregel is: alleen een gezonde hond mag worden ingeënt. Honden die momenteel ziek zijn of aan auto-immuunziekten lijden, mogen niet worden ingeënt, net als oude honden. Een volledig vooronderzoek van je hond omvat ook een bloedtest. Neem bij twijfel contact op met onze dierenartsen van Dr. Maxi Zoo. De dierenartsen zullen alle open vragen met je doornemen en je een gefundeerd vaccinatieadvies geven voor je lieveling.

Nieuwe richtlijnen van de wereldorganisatie WSAVA

De nieuwe richtlijnen in het origineel van de WSAVA brengen een revolutie teweeg in de eerdere vaccinatieaanbevelingen, vooral die van de Duitse collega’s.

De belangrijkste punten hier samengevat:

  • Core-componenten zijn SHP: hondenziekte, hepatitis (HCC), parvovirus.
  • De vaccinatie tegen hondsdolheid is alleen geldig als basisvaccinatie in de landen waar de ziekteverwekker voorkomt. Het moet worden vermeld als de juridische situatie van het betreffende land dit verplicht stelt.
  • De vaccinatie tegen leptospirose behoort tot de non-core-componenten en mag alleen worden uitgevoerd in bedreigde gebieden.
  • Basisvaccinatie puppy: 8 tot 12 SHP – 14 tot 16 weken. SHP.
  • Er is geen herhalingsvaccinatie in de 12e (of 15e / 16e) levensmaand nodig, aangezien 98 procent van de onderzochte honden een volledige immunologische bescherming heeft. Het is geïndiceerd bij honden die tijdens de puppyvaccinatie onvoldoende bescherming hebben gekregen. Een snelle titertest bij de dierenarts kan uitwijzen in hoeverre dit nodig is.
  • De SHP-vaccinatie (mogelijk ook hondsdolheid) moet maximaal om de drie jaar worden opgefrist. Aangenomen wordt dat na de laatste opfrissing een levenslange immuniteit bestaat. De snelle antilichaamtitertest zou dit moeten verduidelijken.

De hond vaccineren: kosten in één oogopslag

De vaccinatiekosten variëren per dierenartspraktijk. Je kunt dit het beste van tevoren telefonisch navragen. Prijsverschillen zijn ook het gevolg van de keuze van vaccinatiecombinaties en de regels waarbinnen dierenartsen zelf hun kosten mogen bepalen.

De kosten voor vaccinaties bestaan doorgaans uit:

  • Algemeen vooronderzoek
  • Vaccinatie
  • Vaccinkosten
  • Identiteitscontrole (microchip)
  • Vermelding in het inentingsbewijs

Voorbeelden van kosten voor:

  • 8-voudige combinatievaccinatie met inenting tegen hondsdolheid: ongeveer 50 euro
  • 7-voudige vaccinatie zonder hondsdolheid: ongeveer 40 euro
  • Inenting tegen hondsdolheid: ongeveer 30 euro

Volgens de richtlijnen van de StIKoVet ontstaat het volgende vaccinatieplan voor de basisvaccinatie:

  • 8 weken:
    parvovirus, hondenziekte, leptospirose, HCC
  • 12% weken:
    parvovirus, hondenziekte, leptospirose, HCC en hondsdolheid
  • 16. weken:
    parvovirus, hondenziekte, HCC
  • 15. maanden:
    parvovirus, hondenziekte, leptospirose, HCC, eventueel hondsdolheid

Andere artikelen die je wellicht ook interesseren