De chartreux (karthuizer): zacht en ongecompliceerd

Deze vriendelijke grijze katten komen uit Frankrijk, maar hebben niets te maken met de karthuizer monniken – die waren meer bezig met de productie van kruidenlikeur dan met het fokken van deze goedhartige dieren. In feite begonnen een paar broers en zussen in 1920 met fokken, maar het duurde tot 1977 voordat de karthuizerkat de status kreeg van een apart ras. Het fokken was in oorlogstijd niet gemakkelijk, omdat de grijskleurige Britse korthaar of de eveneens grijze Blauwe Rus vaak hun weg naar de genenpoel vonden en het ras daardoor “verdunde”. Daarom besteden we tegenwoordig bijzondere aandacht aan het feit dat de rastypische kenmerken van de karthuizer nauwgezet worden nageleefd.

Deze grijsfluwelen huistijgertjes onderscheiden zich van de meeste actieve en speelse kortharige katten door hun nuchterheid en kalmte. Dit maakt ze de perfecte gezinskatten, en ze kunnen goed overweg met kinderen en met andere dieren. De karthuizer kan er wel tegen om een paar uur per dag alleen te zijn, maar heeft nog steeds aandacht en liefde van haar baasje nodig. Over het algemeen is ze erg aanhankelijk en volgt ze graag haar “favoriete persoon” door het hele huis – bijna als een kleine hond. Naarmate ze ouder worden, worden deze katten meestal veel rustiger, maar ze willen niet uitgesloten worden van het gezinsleven – ze houden gewoon niet meer van al te veel drukte. Soms wordt ze een beetje “solitair” genoemd, wat vooral te wijten is aan het feit dat ze als outdoorliefhebber veel buiten vertoeft en meestal een heel groot territorium heeft.

Over het algemeen is de karthuizerkat middelgroot en sterk gebouwd. Poten en borst zijn erg gespierd, de poten zijn relatief groot. De kussentjes van de poten zijn donkergrijs. De oren zijn middelgroot en staan hoog op de kop. Alleen gele en amberkleurige tinten zijn toegestaan als oogkleuren, groen is absoluut taboe. De ogen moeten niet te rond zijn, maar groot. Er is nauwelijks een ander kattenras waarbij mannetjes- en wijfjeskatten visueel zo duidelijk van elkaar verschillen. Terwijl de katers er groot, gespierd en erg imposant uitzien door hun brede neus en dikke wangen, zijn de wijfjes hier kleiner (vooral de kop!), compacter en iets fijner. De poten en staart zijn ook wat korter.
De donkergrijze vacht van de karthuizer is kort en heeft een dikke ondervacht. Ze mag geen tekening of patroon hebben.

Ook al lijken ze kalm – vooral jonge karthuizers houden van spelen! Zorg daarom voor voldoende speelgoed en bewegingsmogelijkheden. Deze slimme katten hebben graag een goed overzicht, daarom is een krabpaal met verhoogd zitvlak zeer de moeite waard. Daarnaast hebben ze meerdere plekken nodig waar ze ongestoord kunnen uitrusten en bijkomen van alle hectiek van het dagelijks leven. Omdat ze ervaren jagers zijn, vinden ze het heerlijk om buiten te zijn, maar door hun rustige karakter zijn ze ook uitstekende binnenkatten.

Belangrijk: aangezien veel katten op leeftijd een beetje lui worden, moet je ervoor zorgen dat je de hoeveelheid voedsel aanpast om overgewicht te voorkomen. De verzorging van de karthuizer is heel eenvoudig, het is voldoende als ze eenmaal per week worden geborsteld.