Hoe leer ik een puppy het bijten af?
15.05.2023 - Leestijd: 4 minuten
Er is bijna niets snoeziger op de wereld dan babyhonden. Het is zo schattig om te zien hoe ze aandacht trekken en mensen verleiden om te spelen. Ze zijn onweerstaanbaar en je stoeit met ze - en voor je het weet, hapt er een kleine, kwispelende pup in je hand en kauwt speels. Het hoeft niet zo te zijn. Als de volwassen hond bijt, is dat allesbehalve grappig. Voorkom het daarom: met wat opvoedingstips kun je kleintjes leren dat bijten taboe is.
Een sterk gebit is essentieel voor een hond. Maar het is er niet meteen:
hondenpuppy’s worden niet alleen blind en doof geboren, maar ook tandeloos. Tanden hebben ze voor het spenen van de moeder nog niet nodig. Maar in de derde tot zesde levensweek is het zover: de melktanden breken door. Met twee hoektanden, zes kiezen en zes snijtanden elk in de boven- en onderkaak, heeft het melkgebit 28 tanden. Opvallend aan deze eerste tanden is dat ze beduidend puntiger zijn dan die van een volwassen hond. Het wisselen van tanden vindt pas plaats tussen de vierde en de zevende levensmaand. Het volledig ontwikkelde gebit heeft aanzienlijk meer tanden, namelijk 42 tanden.
Het exacte tijdstip en de duur van de tandwisseling is afhankelijk van het ras, maar: het vindt in ieder geval plaats als de hond een puppy is – d.w.z. in een periode waarin de moeder en nestgenoten gewoonlijk gescheiden zijn en de jonge hond in zijn nieuwe thuis woont. Een van de belangrijkste lessen is om jouw trouwe viervoeter te leren wat hij wel en niet met zijn tanden mag bewerken. En dat valt niet mee, want vooral tijdens het wisselen van tanden is de behoefte om te bijten en te knagen bijzonder groot.
Normaal ontwikkelde honden bijten niet zonder angst of een goede reden. Dit reguleert de zogenaamde “bijtremming”, een gedrag dat ervoor zorgt dat honden elkaar niet verwonden tijdens het vechten – en natuurlijk ook niet de leden van hun menselijke roedel.
Bijtremming is echter niet aangeboren. Jonge honden leren dit gedrag wanneer ze omgaan met hun ouders en nestgenoten, beginnend rond de vierde week van hun leven. Dit is ook een van de redenen waarom het te vroeg scheiden van het dier van het nest tot socialisatiestoornissen kan leiden. Als de hond niet heeft geleerd dat hij niet in het spel of in geval van boosheid niet mag bijten, is het belangrijk om hem dit consequent te leren. Hap- en bijtincidenten bij het houden van een hond zijn vaak het gevolg van een onjuist ontwikkelde bijtremming of onvoldoende opvoeding.
Bijten tijdens het spel is een natuurlijk gedrag in de ontwikkeling van de pups. Zodra de tanden verschijnen, voelt het dier de behoefte om ze te proberen – bijvoorbeeld door een van de broers of zussen te bijten. Die zal dit gedrag niet tolereren en terughappen, wat wederom pijn veroorzaakt.
Door de hierboven beschreven jonge hondenbeten ontwikkelt zich de bijtrem. De puppy leert dat hij na een beet teruggebeten wordt – er volgt iets onaangenaams. Helemaal aan het begin van speels bijten moet daarom de socialisatie opgebouwd worden, maar alleen als deze voorspelbaar en betrouwbaar is. Zodra de hond zich realiseert dat hij een nieuwe eigenaar heeft en hij voor altijd in zijn nieuwe thuis mag blijven, wordt hij de beste vriend die je ooit hebt gehad.
Als de pup wat ouder wordt, wisselen zijn tanden, nog een extra impuls daarvoor. Het dier probeert de prikkels in de mond die gepaard gaan met het wisselen van tanden, te beïnvloeden door intensiever te knagen en te knabbelen – bij twijfel ook aan tenen en vingers. Puppy’s gebruiken bijten ook wanneer ze met hun mensen omgaan: als een opgewekte uitnodiging om te gaan spelen, als uiting van frustratie, opwinding of bij het onderzoeken van onbekende objecten.
Wat er schattig uitziet bij een puppy, kan dramatisch worden bij een volwassen hond. Corrigeer daarom direct als de pup hapt.
De volgende tips helpen je jouw puppy het bijten af te leren:
- Kauwspeelgoed: Houd bij het omgaan met de hond altijd een “legaal” voorwerp bij de hand dat de hond kan gebruiken om te bijten en te knabbelen.
- Consequent zijn: Als de hond verboden voorwerpen of zelfs je vingers of tenen aanvalt, reageer je strikt. Verwijder het taboe-object uit de scherpe tandjes, samen met een bijbehorend woordsignaal (“Nee!” of “Foei!”) en bied tegelijkertijd een legaal speeltje aan en prijs hem als hij ermee kan worden afgeleid.
- Clicker: Als je ervaring hebt met clickers, kun je dat principe ook in de anti-bijttraining toepassen: Het niet-bijten wordt op die manier met het klikgeluid positief en tijdig beloond.
- Speelpauze: Als de pup zich niet laat afleiden van speelse bijtaanvallen, stop je met het spel. Geef het “Nee!”-commando en negeer het dier een paar minuten of stuur het de kamer uit. Zo leert de kleine dat te ruw gedrag de speelkameraad kwaad maakt.
- Alfadier: Nog effectiever is het als je je een korte tijd als een hond gedraagt als hij hapt. Grom naar de puppy, maak een “hap”-beweging ernaar, pak de brutale aap even vast en negeer hem dan. Dit komt dicht in de buurt van de typische reactie van een hond die hoger is in rang en het zal indruk maken op het jonge dier.
- Let op: Vermijd gewelddadige bewegingen tijdens het omgaan met de puppy. Dit geldt ook voor strelen: het is beter om te masseren dan om te strelen. De hond kan reflexmatig proberen om naar de hectische handen te happen.
Neem niet deel aan wilde bijtspelletjes met de puppy en vermijd indien mogelijk ongedifferentieerde geluiden: beide kunnen het onervaren dier aanmoedigen om te spelen.
Geschikt speelgoed dat gebruikt kan worden als “toegestane” bijtobjecten zijn:
- rubberen ballen
- speeltouwen
- geschikte kauwsticks
- zacht speelgoed voor honden
Vermijd wild trekken tijdens het wisselen van tanden – in het ergste geval kan dit leiden tot verkeerd uitgelijnde tanden. Kies voor bijtspeeltjes zonder piepgeluiden: Het “belonende” geluid na het bijten kan een stimulerend effect hebben op de hond en dus contraproductief zijn.