Boxer - kindervriend en trouwe waakhond

De voorouders van de Duitse boxers waren de Brabantse bullenbeissers, erg populair aan aristocratische hoven, die voornamelijk werden gebruikt bij de jacht op wilde zwijnen. Het voordeel van deze honden was dat ze met hun sterke tanden wild vast konden houden tot de jager arriveerde. Later werden ze met bulldoggen gekruist. Deze nieuwe lijn heette officieel boxer, gebaseerd op de term “bierboxer” die in München werd gebruikt. De eerste openbare presentatie van het Duitse boxer-ras vond plaats in 1885 en in 1924 werd het ras goedgekeurd als werkhond bij de reddings- en politiedienst en als geleidehond. Lange tijd was het couperen van staart en oren gebruikelijk bij het fokken van Duitse boxers; gelukkig is deze operatie nu verboden.

Een Duitse boxer is een zelfverzekerde hond met een gezond zelfvertrouwen. Zijn humeur is vrolijk, intelligent en actief. Hij is een hond die absoluut beweging en activiteit buitenshuis nodig heeft. De honden houden oprecht van hun verzorgers, maar blijven aanvankelijk sceptisch naar vreemden toe. Soms zijn Duitse boxers heel koppig. Maar geen paniek: je kunt dit oplossen met liefdevolle strengheid. In gevaarlijke situaties tonen Duitse boxers hun beschermende kwaliteiten en verdedigen ze ijverig hun dierbaren en het territorium. Duitse boxers zijn over het algemeen dominant ten opzichte van andere honden. Als ze niet genoeg gestimuleerd worden, hebben boxers de neiging nerveus en hyperactief te zijn.

Zoals elke hond moet de boxer basale gehoorzaamheid en basiscommando’s leren. Omdat de intelligente Duitse boxer graag de aandacht van zijn baasje krijgt, kun je hem relatief gemakkelijk opvoeden. Voorwaarde hiervoor is dat hij je accepteert als roedelleider. De Duitse boxer profiteert van zijn sterke zenuwen in gezinnen met kinderen: niets kan hem van zijn stuk brengen. Om deze positieve kanten tot hun recht te laten komen bij je huisdier, moet hij goed worden gehouden en is er veel beweging en activiteit nodig in de opvoeding van de Duitse boxer. Hij is een ideale gezinshond, maar gaat ook volledig op in zijn taken als werkhond – bijvoorbeeld als reddings- en hulphond of in bescherming- en bewakingsdienst. Breng minstens anderhalf uur per dag buiten door met je boxer in de vorm van wandelingen of als begeleider op de fiets of tijdens het paardrijden. Fit en wendbaar als hij is, houdt hij van sport en spel waarbij hij stoom af kan blazen. De levendige boxer is niet echt geschikt om in de grote stad te houden. Hij moet dan in ieder geval een tuin hebben die hij te allen tijde kan bewaken.

Het verzorgen van de vacht van een Duitse boxer is eenvoudig: het is voldoende af en toe te borstelen met een zachte kam. Door de vrij dunne vacht zijn de dieren echter een beetje gevoelig voor kou. Zorg ervoor dat de hond het niet koud krijgt. Een ziekte die vaak bij dit ras voorkomt is vervorming van de oogleden (entropion). Net als andere grotere honden heeft hij aanleg voor dysplasie en artrose.