De puppywandeling - hoe je op de juiste manier je puppy uitlaat

Helaas kun je met uitlaten niet wachten tot de pup aan zijn nieuwe huis gewend is. Want vooral in de eerste weken moet een puppy vaker de frisse lucht in, wel vier tot vijf keer per dag – natuurlijk ook ‘s nachts. Om de stress van de nieuwe omgeving te beperken, is het de eerste dagen voldoende om net een paar stappen buiten de deur te zetten – als er maar een geschikte plek is voor een kleine en grote boodschap. Houd de pup wel altijd aan de lijn met halsband of harnas. Dan went hij eraan en zal het automatisch associëren met plezier.

Als de pup eenmaal is gewend, kun je in de buurt gaan wandelen. In het begin is 20 minuten per keer voldoende. Voor een jonge hond is deze tijd vol opwinding al lang, want hij maakt alles voor het eerst mee. Laat de hond kennismaken met een grasveld, het bos en een meer, maar met ook wegen en auto’s. Laat hem niet los lopen, zeker niet waar het druk is. Puppy’s zijn soms nog erg bang en rennen dan ineens weg. Dit kan leiden tot gevaarlijke situaties voor mens en dier.

Contact met andere honden, mensen en dieren is welkom. Als het maar om positieve ervaringen gaat. Hoe meer verschillende wezens de puppy leert kennen, hoe meer zelfvertrouwen hij later zal hebben. Daarbij is het jouw taak om te zorgen dat de hond niet overweldigd wordt door enthousiasme van andere wandelaars. Belangrijk om te weten: er is niet zoiets als automatische puppybescherming. Gesocialiseerde honden zullen blij zijn met het kleintje, maar een hond met gedragsproblemen bijt ook puppy’s. Als je een hond tegenkomt die onvriendelijk reageert, ga hem dan liever uit de weg. Want je wilt je hond leren dat “buiten” geweldig en opwindend is en er spannende dingen te ontdekken zijn, zodat hij later niets liever wil dan uitgelaten worden!