Aquarium inrichten: handleiding in tien stappen
15.05.2023 - Leestijd: 4 minuten
Hoe moet ik mijn aquarium inrichten? Deze vraag stelt elke nieuwe aquariumhouder zich, aangezien de vormgeving van een aquarium veel ruimte biedt voor creativiteit. De decoratie met stenen, koraal en planten maakt van elk aquarium een unieke blikvanger die ontspannend werkt. Bij de uitvoering kun je je fantasie de vrije loop laten en een paradijs creëren, dat je kracht en rust biedt als je ernaar kijkt.
- 1e stap: plaats bepalen
- 2e stap: aquarium kopen
- 3e stap: geschikte onderkast vinden
- 4e stap: ondergrond kiezen
- 5e stap: ondergrond vullen
- 6e stap: voor het juiste licht zorgen
- 7e stap: techniek installeren
- 8e stap: water vullen en planten
- 9e stap: wachten tot de vissen erin kunnen
- 10e stap: bewoners nemen hun intrek
1e stap: plaats bepalen
Een aquarium heeft licht nodig. Te veel zonlicht bevordert echter de groei van algen. Daarom moet het aquarium zo geplaatst worden dat het niet meer dan 2 à 3 uur zonlicht krijgt. Bij aquaria met een volume van meer dan 300 l is het raadzaam om na te gaan of de vloer stevig genoeg is. Zulk aquarium weegt vol namelijk 400 kg – best veel gewicht. Bij twijfel kunt u advies vragen aan een staticus. Omwille van het gewicht is het in principe veiliger om onderkasten of constructies te gebruiken, die speciaal ontworpen zijn voor aquaria.
2e stap: aquarium kopen
Hoe groter een aquarium, des te stabieler zijn de waterwaarden en des te minder werk heb je. Voor beginners is een aquarium met een randlengte van minstens 80 cm (volume van ca. 100 l) het best. Er zijn ook startmodellen met een volume van slechts 54 l.
3e stap: geschikte onderkast vinden
Let bij de opbouw van een aquarium op een stevige fundering. Of je nu een volledig systeem of gewoon een onderkast hebt: als het maar stabiel staat!
Het voordeel van een reling is dat het aquarium extra gestabiliseerd wordt, zodat het niet kan wegglijden. Bij een houten kast is het bovendien belangrijk om het oppervlak te beschermen. Bij herhaaldelijk contact met water zou dat anders kunnen uitzetten. Tussen het aquarium en de onderkast leg je een mat van rubber of piepschuim. Die stabiliseert nog door kleine oneffenheden te compenseren. Water dat over de rand klotst en niet opgeveegd wordt, maakt ook hoogwaardige oppervlakken uiteindelijk poreus. Let er bovendien op dat zich onder het aquarium geen plas vormt, die zich op termijn ontwikkelt tot een eigen biotoop.
De meeste onderkasten hebben veel opbergruimte voor allerlei toebehoren bij het aquarium (bijv. visvoer, een schepnet en netten). Delen van de techniek, storende kabels en evt. zelfs een externe filter kunnen ook goed weggeborgen worden in de gesloten onderkast.
4e stap: ondergrond kiezen
Welke ondergrond de voorkeur verdient, is afhankelijk van de toekomstige bewoners.
- Kiezels zijn een goede, universele ondergrond, zowel voor planten als vissen. Kies voor aquaria afgeronde kiezels, zodat de dieren zich niet kunnen verwonden aan scherpe randen. De korrelgrootte kan verschillen – van grove kiezels tot fijn garnalengrind: er zijn talloze mogelijkheden om het aquarium optimaal aan de behoeften van de bewoners aan te passen. Heel wat soorten graven of grondelen graag, voor hen kies je aanzienlijk kleinere korrels of zelfs zand.
- Zand is geschikt voor vissen die graag grondelen, zoals de pantsermeerwal, of zich ingraven, zoals de pangio of braadpanmeerwal. Zuiver kwartszand is daarvoor het best geschikt, omdat het niet zo snel verrot en de waterkwaliteit niet aantast. Bepaalde planten vinden echter geen goede houvast in de losse bodem. Om zowel tegemoet te komen aan deze planten als aan de vissen die zand nodig hebben, kun je natuurlijk verschillende bodemsoorten gebruiken. Een barrière in de vorm van stenen of wortels helpt om alles op zijn plaats te houden, zodat gravende dieren niet alles kunnen vermengen.
In beide gevallen moet de ondergrond voordien met helder water gespoeld worden, tot het water niet meer troebel is.
5e stap: ondergrond vullen
Op de bodem van het aquarium leg je een voedingsbodem van ongeveer 2 cm dik. Daarboven komt de eigenlijke ondergrond:
kiezels, kwartszand of een van de talloze andere varianten. De voedingsbodem mag namelijk geen rechtstreeks contact maken met het water, maar later alleen met de plantenwortels. Plaats de ondergrond zodat deze schuin naar achteren omhooggaat. Dat ziet er later veel mooier uit. Afhankelijk van de afmetingen van het aquarium, breng je de ondergrond 5-10 cm hoog tegen de achterwand aan. Hierop kun je wortels en stenen leggen als decoratie en om de vissen de nodige verstopplaatsen te bieden.
6e stap: voor het juiste licht zorgen
Net als mensen hebben ook de bewoners van aquaria licht nodig om te leven. Licht is vooral cruciaal voor de ontwikkeling van de plantenwereld onder water. Tijdens hun groei produceren planten voor de overige aquariumbewoners de levensnoodzakelijke zuurstof. Ook vissen hebben het licht nodig voor hun dag-nachtritme, voor hun oriëntatie in de ruimte en om zich goed te voelen.
Bij de keuze van de lichtbronnen hou je hiermee rekening:
- Welk lichtmiddel het best geschikt is voor je aquarium, hangt o.a. af van de waterdiepte. Een moderne en ongetwijfeld de beste oplossing zijn ledlampen. Die zijn energie-efficiënt, maar toch erg licht en ze verwarmen in de zomer het water niet bijkomend. Ze bestaan in verschillende soorten en kunnen meestal met een regelunit gedimd worden. Moderne aquariumsets beschikken al over ledlampen. Een alternatief zijn tl- of halogeenlampen.
- Een reflector verdeelt de lichtstralen gelijkmatig over het hele aquarium en verhoogt de lichtopbrengst met bijna 100%. Deze is dikwijls al geïntegreerd in de meeste ledlampen.
- Een tijdschakelaar regelt de verlichting. Twaalf uur licht, twaalf uur duisternis – dat is de vuistregel. Heel rustgevend voor de vissen en planten in het aquarium is een lichtregeling die het licht langzaam laat aan- en uitgaan en zo de natuurlijke zonsopgang en -ondergang simuleert. Een gelijkaardig effect bereik je door de verschillende lampen niet tegelijk in of uit te schakelen.
Bij problemen met algengroei kan het handig zijn om voor de verlichting een middagpauze van twee à drie uur in te plannen.
7e stap: techniek installeren
De basisuitrusting van een aquarium omvat een filter, verwarming, een thermometer en de verlichting. Voor aquaria tot ca. 100 l volstaat een goede interne filter, voor grotere aquaria gebruik je beter een externe filter. Het voordeel is dat deze meer en verschillend filtermateriaal bevat, waardoor meer filterbacteriën plaats krijgen. Vaak is het gebruik van beide filtersystemen zinvol.
8e stap: water vullen en planten
Om de ondergrond niet te laten opdwarrelen als het water in het aquarium stroomt, leg je er gewoon een bord op. Voor de meeste vissen is een watertemperatuur van 24-26 °C ideaal. Als het water ongeveer 10 cm hoog staat, zet je de planten erin.
9e stap: wachten tot de vissen erin kunnen
Zonder toegevoegde bacteriën uit de vakhandel (opstartbacteriën) duurt het 3-4 weken voor je vissen in het water kunt zetten. Met de hulp van opstartbacteriën uit de vakhandel kunnen na een definitieve test van de waterwaarden na ongeveer vier weken de eerste bewoners hun intrek nemen, zeker als de aanvankelijk hoge nitrietwaarden dankzij de bacteriën tot nul herleid konden worden.
10e stap: bewoners nemen hun intrek
Na de wachttijd kun je de nieuwe aquariumbewoners plaatsen. We wensen je veel plezier met de fascinerende onderwaterwereld.