Pumi: drukke workaholic met gevoel voor humor

De eenvoudige ziel van de puli, gekruist met de behendige capaciteiten van Duitse en Franse terriërachtige honden – deze succesvolle combinatie bracht het pumi-ras in de 17e en 18e eeuw in Hongarije voort. Pas driehonderd jaar later werd de slimme herdershond in schaapskleren echter als een apart ras beschouwd. Hij ondersteunt de melkveehouders van zijn vaderland als dappere veehouder en jager op vossen en konijnen. En als gezinshond verovert hij de harten van actieve mensenroedels.

Kinderen zijn dol op de pumi omdat hij klaarblijkelijk altijd klaar is om te spelen. Hier komt zijn karakter hem ten goede en krijgt hij tegelijkertijd te maken met waardevolle bezigheden. En zo groeit er een hechte, natuurlijke vriendschap. De legendarische intelligentie van de pumi wil net zo uitgedaagd worden als zijn bewegingsvreugde. Zijn belangrijkste bezigheid is het beschermen van zijn mensenfamilie; voor dit doel geeft hij tegenover vreemden luid zijn ontstemming aan. Ondanks al zijn bezigheden blijft hij verstandig, attent in de omgang met kinderen en zich bewust van zijn taken.

Bij de opvoeding zijn geen grote problemen te verwachten. Maar er is een zekere consistentie nodig om zijn positie binnen het roedel duidelijk te definiëren. Zijn natuurlijke drang om werk te zoeken moet worden gereguleerd. Door zijn karakter is de volgzame Pumi een prettige metgezel – als je er tenminste van houdt om constant bezig te zijn. Hij is blij met elk moment samen dat gevuld is met spelletjes en speciale taken. Zelfs in een appartement komt de pumi tot zijn recht, als de dag maar actief wordt georganiseerd. Dat kunnen lange wandelingen met spelletjes zijn, intensieve speeluren met de kinderen en stimulerende hondensporten zoals gehoorzaamheidstraining of agility.

De gekrulde vacht moet je elke twee tot drie weken met een grove kam kammen en daarnaast regelmatig trimmen. De fokker kan je adviseren hoe je dit zelf kunt doen. De pumi verliest geen haar, wat mensen met een allergie zal plezieren. Overigens heeft deze lenige Hongaar een ogenschijnlijk zelfreinigende jas. Is de vierpotige grappenmaker door de modder gerold? Als hij een rivier of meer vindt, zal hij zichzelf reinigen. Je hebt thuis waarschijnlijk geen bad met shampoo nodig. Het zachte krullende haar en de zachte ondervacht geven vuil geen kans.

Er zijn geen typische rasziekten bij deze donzige metgezel. Alleen de pure witte vertegenwoordigers van het ras zijn vatbaar voor erfelijke ziekten. Een goed fokbedrijf zal daarom geen puppy’s van deze kleur aanbieden of fokken. Neem je zoektocht naar een gerenommeerde fokker daarom zeer serieus.